Deze molen, die tegenover de (thans) Hazeveldseweg stond, was van een type dat in de Achterhoek niet vaak voorkwam, een zogenaamde standaardmolen. Dit soort molens kan in zijn geheel gedraaid worden. Mogelijk stamde de molen uit de zeventiende eeuw. De eerst bekende eigenaar was Roerdink, die de molen in 1844 van de hand deed.
Uit de krant van oktober 1888:
“Heden namiddag had bij den Molenaar Huijtink een ongeluk plaats. Een boerenknecht die met paard en beladen wagen naar den molen reed, en door het achteruitzetten van den wagen te dicht bij den molen kwam, ontving van een der wieken een slag, zoodat hij aan het hoofd erg gekwetst werd. Het paard ontving mede een slag tegen den kop en stortte bloedend neder, terwijl wagen en wieken beschadigd werden.”
In 1924 wilde de eigenaar de molen opruimen om er vervolgens een motormalerij van te maken. Er werd in de raad nog wel een reddingsplan besproken, maar niet iedereen wilde ervoor betalen. De molen werd gekocht door de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten.
De molen bleef bestaan, maar voor de produktie werd een verbrandingsmotor gebruikt. Begin maart 1933 werd kort na het opstarten van deze motor een brand ontdekt. Om te blussen was het al veel te laat, de molen brandde tot de grond toe af.