Tochtmolen

Uit de Leeuwarder Courant van 17 mei 1852:
“Van Winterswijk wordt berigt, dat dezer dagen aldaar een koornmolen is voltooid, die door togt in beweging wordt gebragt. Het is een houten gebouw van pyramidalen form, voorzien van kleppen, die naar welgevallen geopend en gesloten kunnen worden; de wind, door die openingen spelende, brengt de windvleugels in beweging, die met het raderwerk in verband staan, en alzoo de steenen voortdrijven. Het model van dezen molen is uit Noord- Amerika gezonden door twee molenmakers, die daarmede aan hunnen vorigen baas eene dienst wilden bewijzen. Deze molen zal eerstdaags in werking worden gesteld; zijnde de proefneming, zoo men verneemt, naar wens gelukt.”

Piet Groot op Molenprikbord, 19 april 2011 (ingekort):
“Waarschijnlijk wordt in dit bericht over een voorganger van molen De Vrees in Winterswijk gesproken. De betreffende molenmakersbaas zou J.A. Maas geweest kunnen zijn. In het Gelders Molenboek van 1968 staat hierover iets vermeld op blz. 591, alleen wordt hier gesproken over rond de eeuwwisseling (1900), maar waarschijnlijk is overlevering de bron van deze vermelding.
Horizontale molens zijn er in Nederland meer geweest in de 19e eeuw: een oliemolen in Amsterdam en een watermolentje met een horizontaal scheprad in de Kalverpolder in Zaandam (bron W. Buijs Pzn., De Windmolens aan de Zaanstreek, 1919, blz. 57).
Dit krantenartikel is een leuke vondst, omdat we nu kunnen vermoeden dat de eerste molen rond 1850 op deze plaats een horizontale molen was die de Vrees werd genoemd.”